Katachtigen
De Katachtigen
Hoe ziet het dier eruit?
Katachtigen is een verzamelnaam voor verschillende roofdieren als Tijgers, Cheeta’s, Luipaarden (Panters) en Poema’s
Tijgers hebben een oranje vacht met zwarte strepen. Deze strepen helpen hen om tussen de bomen te verdwijnen, zodat ze moeilijker te zien zijn. Soms zijn tijgers helemaal wit door een zeldzaam genetisch defect.
Cheeta’s hebben een geelachtige vacht met zwarte stippen en zwarte lijnen onder hun ogen die lijken op traansporen. Hun borst en onderkant zijn bijna helemaal wit.
Luipaarden hebben een zandkleurige of lichtbruine vacht met zwarte rozetten (vlekken die lijken op ringen). Ze kunnen ook zwart zijn; die worden dan zwarte panters genoemd.
Poema’s hebben een vacht die beige, grijs of roodbruin is met witte plekken rond hun ogen en onder hun neus. Soms zijn ze helemaal wit.
Alle katachtigen hebben rechtopstaande oren. Tijgers hebben ronde, zwarte oren met een witte vlek. Cheeta’s, luipaarden en poema’s hebben kleinere oren. Ze kunnen geluiden horen die mensen niet kunnen horen.
Katachtigen hebben grote ogen met een dunne lange pupil. Ze kunnen goed zien in het donker. De meeste hebben bruine of gele ogen, maar witte tijgers hebben vaak blauwe ogen.
Ja, alle katachtigen hebben een beweeglijke staart. Tijgers, cheeta’s, luipaarden en poema’s gebruiken hun staart om in balans te blijven en te sturen tijdens het rennen of springen.
Katachtigen zijn allemaal uitstekende jagers. Ze hebben scherpe klauwen die ze kunnen intrekken. Ze gebruiken hun klauwen om prooien te vangen en in bomen te klimmen.
Mannetjes en vrouwtjes zien er bijna hetzelfde uit, maar mannetjes zijn meestal groter. Bijvoorbeeld, een mannelijke tijger kan wel 400 kilo wegen, terwijl een vrouwtje tot 170 kilo weegt.
Enkele bijzondere eigenschappen
Tijgers kunnen brullen, grommen en zelfs een soort spinnen, het schraapgeluid.
Cheeta’s maken geluiden zoals spinnen, tjilpen en miauwen.
Poema’s kunnen schreeuwen, wat klinkt als een gillende vrouw. Ze kunnen ook brullen, blazen en miauwen.
Tijgers kunnen goed horen en zwemmen. Cheeta’s zijn de snelste landdieren en kunnen wel 130 km/u halen. Luipaarden zijn uitstekende klimmers en nemen soms hun prooi mee in bomen. Poema’s kunnen goed klimmen en ver springen.
Waar leeft het dier?
Tijgers leven in Bhutan, Rusland, Nepal en India, Wel 70% van de tijgers leven in India. Een klein deel van de tijgers leven verspreid in Zuidoost Azië.
De cheeta leeft vooral veel in Afrika op de savanne en in Azië, voornamelijk Iran. Maar Aziatische ondersoorten zijn praktisch uitgestorven.
Luipaarden komen voor in Afrika, Azië en een deel van Rusland. Ze zijn te vinden in verschillende gebieden zoals tropische bossen en de savanne. Ook zijn ze te vinden op berggebieden zoals Mt. Kilimanjaro op wel 5600 meter hoogte. De zwarte panter vind je in India, Pakistan en Nepal.
Het leefgebied van de poema strekt zich uit van het westen van Canada helemaal door tot bijna geheel Zuid-Amerika. Poema’s vermijden de open vlaktes, woestijnen en landbouwgronden.
Is het een bedreigd diersoort?
Helaas worden alle tijgers bedreigd door stroperij en door het kappen van bossen. In de laatste 100 jaar is er maar liefst 93% van het leefgebied van de tijger verdwenen.
Ook cheeta’s worden bedreigd door de verdwijning van hun leefgebied en worden samen met de luipaard gejaagd door stropers.
De poema wordt niet bedreigd, en wordt alleen gejaagd als hij een gevaar is voor steden en dorpen.
Er wordt op tijgers gejaagd omdat de traditionele Aziatische geneeskunst denkt dat tijgeronderdelen geneeskrachtige werkingen hebben. Uit onderzoek blijkt dat niet waar te zijn. Ook lopen alle tijgers in het wild gevaar om in een zware klem of valstrik te lopen van de commerciële stroper die tijgers jagen om er luxeproducten van te maken, zoals een tapijt.
Ook wordt er nog gejaagd op Cheeta’s en Luipaarden voor hun mooie gevlekte vacht om er een bontjas van te maken.
Veel katachtigen worden voornamelijk gehouden in dierentuinen. Er leven in de Verenigde Staten momenteel meer tijgers in gevangenschap dan in het wild.
Hoe leven de dieren?
Alle katten zijn solitaire dieren en leven grotendeels alleen. Ze zoeken alleen een partner om te paren. Cheeta’s kunnen ook leven in coalities. Twee of drie broers leven voor een langere tijd samen wanneer ze hun moeder verlaten, en verdedigen een territorium van ongeveer 80km².
De meeste katachtige leven alleen in een vast territorium. Een tijger leeft alleen in een gebied van ongeveer 70km². Als er weinig voedsel te vinden is kan hun leefgebied wel 10x groter zijn.
Cheeta’s hebben grote stukken land nodig waar ze veel ruimte hebben om te rennen. Dat gebied bakenen ze met urine en krabsporen op specifieke bomen. Vrouwelijke Cheeta’s hebben geen eigen territorium. Ze zwerven rond in een groot gebied dat diverse territoria van mannetjes overlappen.
Ook poema’s leven alleen en markeren hun territorium met urine en krabsporen. Mannelijke poema’s hebben een grotere leefgebied dan een vrouwelijke poema, en territorium van poema’s overlappen vaak met elkaar.
Katachtigen wassen zich voornamelijk door met hun tong zichzelf schoon te likken. Tijgers hebben een ontsmettende speeksel waarmee ze hun wonden kunnen desinfecteren.
Een tijgerwelp moet veel leren van zijn moeder, zoals besluipen, bespringen en het doden van hun prooi. Daarom blijven ze wel van 18 maanden tot 3 jaar bij hun moeder.
Een welp van een cheeta is na 15 tot 17 maanden zelfstandig en verlaat daarna zijn nest.
De welpen van een panter beginnen na 2 weken te lopen en verlaten na 6 weken hun schuilplaats. Na ongeveer 20 maanden zijn ze zelfstandig en verlaten ze de moeder.
Een poemawelp verlaat zijn moeder na ongeveer 2 jaar wanneer het geslachtsrijp wordt.
Wat eet het dier?
Katachtigen kunnen alles eten, maar hebben een grote voorkeur op vlees, en zijn afhankelijk van prooidieren om te overleven. Soms zie je katachtige ook wel eens gras eten. Dat doen ze voor hun spijsvertering om onverteerbare resten van prooien en haarballen makkelijker uit te spugen.
Verschillende katachtigen jagen op verschillende prooien.
Tijgers jagen het liefst op herten en wilde zwijnen, maar jagen ook op kleine dieren zoals vissen en vogels. Ook jagen ze soms op beren en waterbuffels.
Een cheeta jaagt op antilopen, zoals gazellen, impala’s en springbokken. Ook eten ze kleinere dieren zoals vogels en hazen.
Een panter eet voornamelijk zwijnen, antilopen, herten, jakhalzen en wilde geiten. Van één grote prooi kunnen ze soms wel 2 weken van eten. In de jungle jagen panters op apen, slangen, vogels, vissen, insecten en verschillende knaagdieren.
Een poema jaagt op allerlei verschillende prooien, van insecten tot hoefdieren. Poema’s eten het liefst een hert, maar eten ook andere dieren, zoals vleermuizen, gordeldieren, kikkers, vis en zelfs krokodillen. Ook eten ze kleine insecten zoals sprinkhanen.