Gezegden T

  • AFDRUKKEN
  • VERSTUREN

Gezegden:

– Een gezegde is een groep woorden die gezamelijk één betekenis hebben.

– meestal kan die betekenis niet uit de afzonderlijke woorden worden afgeleid.

– de zin moet in zijn geheel worden begrepen.

Gezegde: Zijn kaarten op tafel leggen.
Betekenis: Zijn bedoelingen tonen.

Gezegde: Ergens de tanden inzetten.
Betekenis: Vasthoudend zijn, niet snel opgeven.

Gezegde: Iemand aan de tand voelen.
Betekenis: Iemand kritisch ondervragen.

Gezegde: De tanden laten zien.
Betekenis: Tonen dat men niet bang is; stevig uitvaren; streng zijn.

Gezegde: Op de tenen getrapt zijn.
Betekenis: Beledigd zijn.

Gezegde: Op de tenen lopen.
Betekenis: Meer willen presteren dan je aan kunt.

Gezegde: Uitgeteld zijn.
Betekenis: Geen energie meer over hebben. Niet verder kunnen.

Gezegde: Iemand uit zijn tent lokken.
Betekenis: Een onwillig persoon er toe bewegen toch te spreken of tot handelen over te gaan.

Gezegde: De teugels in handen hebben.
Betekenis: De baas zijn.

Gezegde: De teugels strakker aanhalen.
Betekenis: Een strengere discipline invoeren.

Gezegde: Niet thuis geven.
Betekenis: Het verwachtingspatroon niet kunnen nakomen.

Gezegde: Het tij keren.
Betekenis: Een ontwikkeling stoppen.

Gezegde: Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan.
Betekenis: Aan alles komt een einde.

Gezegde: Goed bij de tijd zijn.
Betekenis: Snugger zijn.

Gezegde: Een toontje lager zingen.
Betekenis: Minder pretentieus optreden (bv. "Laat hem eerst maar eens een poosje bij ons stage lopen, dan zal hij wel een

Gezegde: De boventoon voeren.
Betekenis: Het hoogste woord hebben.

Gezegde: Aan de touwtjes trekken.
Betekenis: De werkelijke macht hebben

Gezegde: Er geen touw aan vast kunnen knopen.
Betekenis: Er niets van begrijpen.

Gezegde: Op touw zetten.
Betekenis: Iets in gang zetten, iets organiseren.

Gezegde: Een paar mensen optrommelen.
Betekenis: Een paar mensen laten komen.