De Kwal

De kwal

Hoe ziet het dier er uit?

Kwallen zijn dieren die eruit zien als een paraplu en aanvoelen als gelatine. Ze bestaan 95% uit water en zakken daarom in elkaar als ze op land komen.

 De kwal heeft tentakels. Hoeveel dat er zijn verschild per soort. Veel soorten hebben er maar vier of acht, maar er zijn ook kwallen met wel duizend tentakels.

Met hun tentakels kunnen kwallen steken met kleine giftige naaldjes die aan hun tentakels zitten. Als je gestoken wordt krijg je last van een brandende of stekende pijn met een jeukende gevoel, ongeveer vergelijkbaar met dat van een brandnetel.

Kwallen hebben geen botten, organen of bloed. Ze hebben alleen een spijsverteringstelsel zoals een mond en een maag. Wel hebben ze spieren en zenuwen.

Kwallen kunnen  zichzelf niet goed voort bewegen en laten zich vooral meevoeren met onderwater stromingen. Door hun parapluvormige hoed samen te trekken kunnen ze een klein beetje van koers veranderen door zichzelf naar boven te duwen.

Waar en hoe leeft het dier?

De meeste kwallen leven in zee waar het water zout is. Toch zijn er ook kwallen soorten die leven in zoetwater wateren. Ook maakt het niet uit in wat voor klimaat een kwal leeft. Ze leven in tropische, subtropische, gematigde, en zelfs in poolwateren. Kwallen komen wereldwijd voor, zowel bij de kust als heel diep in de zee.

Kwallen hangen vaak in een rustige houding. Ze zijn vaker overdag actief dan ’s nachts. Je kan zien of een kwal slaapt als hij niet pulseert, dit wil zeggen, zijn paraplu samentrekt.

Een kwal is geen gevaarlijke jager en eet voornamelijk alleen plankton en makkelijke kwetsbare eieren en larven.

 Kwallen moeten elke dag op zijn minst één iets eten om een volle maag te krijgen.

Ze eten alleen prooien die toevallig langs of tegen ze komen.

Hoe beschermt het dier zich?

Kwallen hebben meerdere verschillende natuurlijke vijanden. Haaien en zwaardvissen jagen op kwallen, maar tonijnen, pinguïns en zelfs schildpadden lusten ook wel eens een kwal.

Als een kwal aangevallen wordt kan hij niet veel doen. Ze kunnen alleen zichzelf verdedigen met hun tentakels, maar omdat ze niet zo veel zelf kunnen bewegen zijn ze alsnog een makkelijke prooi.

Sommige kwal soorten zoals de Australische “Kubomedusa Chironex Fleckeri”, ook wel bekend als de zeewesp, hebben steken die dodelijk kunnen zijn voor mensen. Deze kwallen zijn zo giftig dat je binnen 3 minuten dood bent door een steek, en ze hebben genoeg gif voor 60 mensen.

Enkele bijzondere eigenschappen

Het leven van een kwal begint als een eitje dat door bevruchting transformeert tot een larve. De larve is microscopisch klein en hecht zich met de zeebodem in het zand. In het zand wordt de larve een poliep.

De poliep ontstaat uit ongeslachtelijke kleine kwalletjes die aan elkaar zitten. Wanneer de kwalletjes groot genoeg zijn laten ze los en kunnen ze hun leven beginnen als kwal.

Leeftijden van kwallen verschillen per soort. De meeste kwallen leven maar een paar maanden en sommige leven 2 a 3 jaar.

De Torritopsis dohrnii is een speciale kwal. Die heeft namelijk in theorie het oneindige leven, en kan niet sterven aan ouderdom. Deze kwal is “onsterfelijk” doordat hij de mogelijkheid heeft om terug te transformeren naar een poliep.

Kwallen zijn een van de oudste levensvormen op Aarde. Ze bestaan al ongeveer 600 miljoen jaar en zijn zeer primitieve dieren.

Ook de Torritopsis dohrnii bestaat al zo lang. Het is daarom theoretisch mogelijk dat er een kwal leeft die al 600 miljoen jaar leeft.

Er zijn veel kwallensoorten die op de Rode Lijst staan als kwetsbaar, maar de kwal in zijn geheel is niet bedreigd. Sterker nog, overbevissing kan leiden tot de verdwijning van veel vijanden van de kwal, waardoor het soort gruwelijk kan toenemen en een bedreiging kan vormen van de visstand.

De mens kan niet veel doen om kwallen te helpen, ook kwallen op het stand hoeven niet geholpen te worden aangezien ze al dood zijn als ze aanspoelen.

De kwal als een soort kan goed voor zichzelf zorgen. Dat doen ze namelijk al miljoenen jaren lang voor dat de mens überhaupt bestond.