De slang
De Slang
Hoe ziet het dier er uit
Slangen zijn bijzondere dieren met een lang, soepel lichaam zonder poten. Ze bewegen zich voort door hun lichaam in golven te laten bewegen, wat hen soepel over de grond laat glijden. De huid is bedekt met schubben die droog en glad aanvoelen, en door een speciaal olielaagje zien ze er soms een beetje glibberig uit.
In plaats van oogleden hebben slangen een doorzichtig vlies over hun ogen, waardoor ze altijd wakker lijken.
Een ander opvallend kenmerk is hun dunne, gevorkte tong, die ze gebruiken om geuren waar te nemen.
Slangen kunnen behoorlijk oud worden, soms wel 12 jaar, en sommige grotere soorten zoals pythons zelfs 40 jaar.
Ze verschillen heel erg in grootte, de langste slang ooit gemeten was een netpython die meer dan zeven meter lang was.
Het gedrag van het dier
Slangen kunnen verrassend stil zijn, wat hen soms gevaarlijk maakt omdat ze ongemerkt dichtbij kunnen komen. De meeste slangen maken een sissend geluid. Soms maken ze ook andere geluiden, zoals de ratelslang, die gebruikt zijn staart om een ratelend geluid te maken als waarschuwing.
Als een slang zich bedreigd voelt kan hij verschillende dingen doen. Sommige slangen verstoppen zich door zich in te graven of door hun schutkleur te gebruiken om op te gaan in hun omgeving. Andere slangen, zoals wurgslangen, gebruiken hun sterke spieren om hun aanvaller te intimideren of aan te vallen.
De meeste slangen leggen eieren die door de zon of door rottende bladeren warm worden gehouden totdat de jongen uitkomen. Bij sommige soorten komen de jongen al levend ter wereld. Slangenbaby's, die juveniele worden genoemd, moeten meteen leren overleven en hun eigen voedsel vinden. Zoals kleine insecten en knaagdieren.
Wat eet het dier?
Wat betreft voeding zijn alle slangen vleeseters. Ze eten meestal kleine dieren zoals muizen, hagedissen en vogels. Slangen kunnen hun kaken heel wijd openen zodat ze hun prooi in één keer kunnen doorslikken. Hoe vaak een slang eet hangt af van zijn leeftijd en grootte, zo hoeven volwassen slangen vaak maar eens in de week te eten.
Waar leeft het dier?
Slangen kunnen in verschillende omgevingen leven. Je vindt ze in bossen, woestijnen, bergen en zelfs in het water. Ze komen over de hele wereld voor, behalve op de polen.
In Nederland kun je bijvoorbeeld gladde slangen en adders tegenkomen, vooral in natuurgebieden.
Hoewel slangen vaak als gevaarlijk worden gezien, zijn de meeste slangen niet bedreigd. Al zijn er wel uitzonderingen, zoals de gladde slang in Nederland die op de Rode Lijst staat omdat zijn leefgebied kleiner wordt.
Sommige mensen houden slangen zelfs als huisdier. Ze zijn niet moeilijk te verzorgen, maar een slang wordt nooit echt tam zoals een hond of kat.