De kikker en de pad

  • AFDRUKKEN
  • VERSTUREN

De Kikker en de Pad

Hoe ziet het dier er uit?

Kikkers en Padden zijn amfibieën, ze hebben een dunne, gladde en slijmerige huid. De huid van een kikker is niet waterdicht. Er gaat water en zuurstof door de huid naar binnen. Zo ademen ze samen met hun longen ook door hun huid. De huid van padden zijn bedekt met wratten.

Veel kikkers en padden hebben een gif laagje over hun huid. Sommige daarvan zelfs schadelijk voor het zenuwstelsel van de mens. Denk maar aan bijvoorbeeld gifpijlkikkers. Ook zijn er kikkers die slijm op hun huid scheiden waardoor je huid prikkelt als je hem aanraakt. Het gif van een pad is niet gevaarlijk voor mensen. Veel kikkers die extreem giftig zijn bevatten felle kleuren.

 Kikkers hebben lange poten met 5 tenen en 4 vingers. De meeste daarvan hebben zwemvliezen aan de achterpoten. Padden hebben korte achterpoten.

Kikkers springen om vooruit te komen, terwijl een pad meer loopt of kruipt. Een kikker kan wel 1 meter ver springen, wat meer dan 10 keer zijn eigen lengte is. Een pad springt helemaal niet.

 Kikkers eten met hun ogen. Ze hebben een opening in hun gehemelte waar ze hun ogen in kunnen laten zakken. Om een prooi door te slikken laten ze hun ogen zakken om de prooi naar hun slokdarm te duwen.

Kikkers en padden kunnen kleuren zien in het donker, zelfs wanneer een ruimte helemaal zwart kleurt door het donker kunnen ze nog steeds goed kleur waarnemen.

Hoe en waar leeft het dier?

Kikkers leven in kleine gebieden waar het vochtig is, zoals vijvers en ponden in weide en bosgebieden. Ook zijn ze veel te vinden in door de mens gemaakte waterbronnen zoals de sloten aan de weg en tuinvijvers.

Als er veel kikkers in je tuin springen betekent het dat je tuin een gezonde ecosysteem heeft.

Kikkers en padden zijn overal ter wereld te vinden in vochtige gebieden. Ze leven in verschillende soorten habitatten en klimaten. Van droge woestijnen tot bevroren toendra’s, zolang er water aanwezig is zijn er kikkers en padden overal ter wereld te vinden.

Kikkers hebben geen vast slaappatroon. Dus ze slapen wanneer het nodig is. Dit zorgt ervoor dat kikkers zowel ‘s nachts als overdag actief zijn.

Padden zijn nachtdieren, maar komen overdag wel eens tevoorschijn op een sombere dag

Wat eet het dier?

Kikkers eten voornamelijk insecten zoals kevers, sprinkhanen, mieren en spinnen. Maar ook andere ongewervelde dieren zoals wormen, duizendpoten en slakken. Soms eten ze zelfs andere amfibieën zoals salamanders

Padden eten zowat alles dat beweegt. Zolang het niet te groot is gaat het naar binnen. De groter de pad, de groter de prooien zijn die erin gaan, en een pad kan een prooi eten die maar iets kleiner is dan hijzelf.

De grootste reuzenpad ooit gemeten is wel 38 centimeter, en aten zelfs kleine dieren zoals baby eendjes en verschillende knaagdieren.

Een kikker hoeft maar twee tot drie keer te eten. Een pad daar in tegen kijkt niet zo nauw na hoeveel hij moet eten, en kan wel 1000 insecten per dag eten.

Kikkers en padden vangen hun prooi door hun tong uit hun bek te schieten. Zo kunnen ze bijvoorbeeld verschillende insecten uit de lucht pakken die vast kleven aan hun tong. Door hun slechte zicht en door het feit dat ze als reflex toehappen pakken ze alles wat ze zien.

Hoe beschermt het dier zich?

Een kikker of pad schreeuwt of gilt wanneer ze zich bedreigd voelen. Ook blijven kikkers vaak bij het water waar ze in kunnen springen als ze gevaar aanvoelen. Kikkers en padden willen ook nog eens gaan doodliggen, net doen alsof ze dood zijn, in de hoop dat hun vijand stopt met aanvallen.

Er zijn ook veel kikkers met hele felle kleuren. Die zijn zo fel dat ze er niet eetbaar uitzien of zelfs uitstralen dat ze giftig zijn. Door die kleuren zorgen ze ervoor dat roofdieren ze niet grijpen. Dit soort kikkers zijn niet te vinden in Nederland en leven voornamelijk in de tropen.

 Net als andere amfibieën zorgen kikkers en padden niet voor hun jongen. Na de geboorte staan ze er alleen voor.

De meeste kikkers zijn niet gevaarlijk, maar er zijn een paar kikkersoorten die zelfs dodelijk zijn voor mensen. Kikkers zoals de gifpijlkikker hebben giftige stoffen in de slijmlaag op hun huid die al gevaarlijk kunnen zijn bij aanraking alleen.

Ook zijn er padden die giftig kunnen zijn. Maar ze zijn niet gevaarlijk voor mensen tenzij het gif ingeslikt wordt of in aanraking komt met je slijmvliezen.

Enkele bijzondere eigenschappen

Kikkers maken kwaak geluiden. Dat kunnen ze met behulp van hun kwaakblazen die ze vol blazen met lucht waarmee ze harde geluiden kunnen maken. Het geluid kan zo hard zijn dat ze de pijngrens van een mens kunnen bereiken. Ook maken ze geluiden dat overeenkomen met trillen, tjilpen en schreeuwen.

De gewone pad, het soort dat veel in Nederland voorkomt, maken een soort monotone zacht en hoog piepgeluid. Ook kunnen padden tjirpen en schreeuwen.

Mogelijk is een schreeuw van een pad of kikker zo geëvolueerd dat  ze er andere roofdieren mee kunnen lokken. Als ze bijvoorbeeld door een vogel worden aangevallen kunnen ze met hun schreeuw een kat lokken die dan mogelijk op de vogel gaat jagen. Maar dat is nooit officieel bewezen. Het kan ook zijn om een schrikreactie te creëren bij de aanvaller.

Kikkers en padden leggen hun kikkerdril in het water van ponden of vijvers. Dat kikkerdril ontwikkelt zich tot een klein kikkervisje. Een diertje dat eruit ziet als een klein visje. In de tijd van 3 maanden ontwikkeld het kikkervisje pootjes tot dat ze geheel zijn getransformeerd tot een kikker.

Kikkers en padden worden ongeveer 5 tot 10 jaar oud. De meest sterke en slimme van hun soort kunnen wel 15 jaar oud worden.