
De Krekel
De Krekel
Hoe ziet het insect er uit?
Krekels hebben veelal een kokervormig lichaam met een ronde kop. Op deze kop bevinden zich de lange voelsprieten. Met deze voelsprieten kan de krekel ruiken en voelen. Achter de kop zit een glad halsschild. De krekel is groengeel tot grijsbruin van kleur en heeft een bruine tot zwarte tekening op zijn kop en borststuk.
Een krekel heeft twee paar vleugels, de voorste vleugels lijken van leer en worden voornamelijk gebruikt voor het maken van geluid. Het andere paar vleugels zijn dunner en worden gebruikt om mee te vliegen. Krekels vliegen niet heel vaak, ze hebben sterke achterpoten waarmee ze tot wel twintig centimeter ver kunnen springen.
Met de korte leerachtige vleugels maakt de krekel dus geluid, dit geluid noemen we tjirpen. Langs de onderkant van deze vleugels loopt een lange ader, ook wel het tjirp orgaan genoemd. Aan deze ader zitten een soort van tanden, als een kam. Door de vleugels heel snel over elkaar de bewegen zorgen deze tanden voor het geluid dat wij tjirpen noemen.
Het vrouwtje heeft een lange stekel waarmee ze eitjes kan leggen tussen planten of in de grond. Dit noemen we een legboor. De krekel kan hiermee niet steken.

Hoe en waar leeft het insect?
Krekels leven in bijna alle landen ter wereld. Ze kunnen goed tegen verschillende klimaten. Wel zijn er verschillende soorten in verschillende klimaten. De echte grotere krekels zul je niet zo snel bij ons in Nederland vinden, die leven vaak inde warmere landen.
Je kunt krekels op veel verschillende plaatsen vinden, in bossen, moerassen en veen landschappen bijvoorbeeld.
Ze leven voornamelijk in de schemering en in de nacht, het zijn echte nachtdieren. Op warme zomeravonden kun je ze dus vaak goed horen, dan communiceren ze door te tjirpen.
Overdag zitten ze meestal verstopt, ze graven holen of zitten tussen de bladeren of ergens in een donker hoekje.
Wat de krekel eet ligt aan het soort krekel. Er zijn krekels die uitsluitend planten en vruchten eten, maar er zijn ook krekel soorten die naast planten en vruchten ook insecten eten. De krekels die in Nederland leven zijn omnivoren, zij eten dus alles wat ze tegenkomen. Ze vallen dus onder de opruimers van onze natuur.
Bescherming
Een krekel verdedigt zich door heel stil te worden, daarom tjirpt het diertje alleen als het stil is buiten. ’s Avonds en ’s nachts dus. Zodra er trillingen via de grond waar te nemen zijn, een voorbij rijdende auto bijvoorbeeld, dan voelt de krekel zich bedreigt en zal het dier stil worden.
Door de vele bosbranden in Europa en de intensieve landbouw is de populatie krekels meer dan gehalveerd. Het is belangrijk dat de populatie hersteld wordt, krekels zijn een belangrijke schakel in ons ecosysteem.
Het is dus belangrijk dat we de manier van landbouw bedrijven gaan aanpassen om de insecten populatie weer te laten groeien.