De Bij

  • AFDRUKKEN
  • VERSTUREN

De Bij

Hoe ziet een bij eruit?

Een bij is een klein insect dat je vaak in de lente en zomer ziet. Meestal is een bij tussen de 1 en 1,5 centimeter lang. Het lijf van een bij bestaat uit drie delen: de kop, het borststuk en het achterlijf.

Bij het kijken naar een bij valt het op dat ze geel en zwart gestreept is. Die kleuren helpen om haar te beschermen, want dieren weten daardoor dat ze kan steken. De haartjes op haar lijf zijn niet zomaar voor de sier: ze helpen bij het verzamelen van stuifmeel van bloemen.

Op haar kop zitten twee voelsprieten, ook wel antennes genoemd. Daarmee kan ze ruiken en voelen. Ze heeft ook grote ogen aan de zijkant van haar kop waarmee ze beweging en licht kan zien.

Aan het borststuk zitten zes poten en twee paar vleugels. Met de vleugels kan ze snel vliegen van bloem naar bloem. Haar poten gebruikt ze om stuifmeel te verzamelen en naar de bijenkorf te brengen.

Het achterlijf van de bij is het langste deel van haar lichaam. Daar zit ook de angel. Alleen vrouwtjesbijen kunnen steken, en dat doen ze alleen als ze zich bedreigd voelen.

Een bij ziet er dus misschien klein uit, maar ze is heel bijzonder gebouwd en heeft alles wat ze nodig heeft om haar werk goed te doen.

Hoe en waar leeft een bij? 

Bijen leven op plekken waar bloemen groeien. Dat kan in een tuin zijn, op een grasveld, in een park of op het platteland. Ze hebben bloemen nodig om nectar en stuifmeel te verzamelen. Nectar is hun voedsel, en van stuifmeel maken ze voedsel voor de bijenbaby’s in de korf.

Bijen wonen niet alleen. Ze leven samen in een groep die we een volk noemen. Zo’n groep leeft in een bijenkorf of een holte, bijvoorbeeld in een boom of in een muur. In de bijenkorf wonen duizenden bijen bij elkaar. Er is één koningin, heel veel werkbijen en een paar darren (mannetjesbijen).

De werkbijen doen het meeste werk: ze halen nectar en stuifmeel, zorgen voor de jongen en houden de korf schoon. De koningin legt eieren, zodat er nieuwe bijen komen.

Bijen komen oorspronkelijk uit gebieden in Europa, Azië en Afrika. Wilde honingbijen leefden vroeger vooral in bossen en warme streken. Door de tijd heen zijn ze ook in andere delen van de wereld gaan leven, vooral doordat mensen ze meenamen om bijen te houden en honing te maken.

Nu leven bijen bijna overal op de wereld, behalve op heel koude plekken zoals de Noordpool of Zuidpool. Ze passen zich goed aan, zolang er genoeg bloemen zijn.

Is de bij een bedreigd insect?

Ja, de bij is een bedreigd insect. Dat betekent dat er steeds minder bijen zijn, en dat is een probleem. Bijen zijn heel belangrijk voor de natuur. Ze zorgen ervoor dat bloemen, planten en bomen vruchten en zaden kunnen maken. Dat doen ze door stuifmeel van de ene bloem naar de andere te brengen: dat heet bestuiven. Zonder bijen zouden we veel minder fruit en groente hebben.

Maar het gaat niet goed met de bij. Er zijn verschillende redenen waarom:

  • Er zijn minder bloemen, vooral in steden en op plekken waar veel landbouw is.
  • Er worden giftige stoffen (zoals bestrijdingsmiddelen) gebruikt die slecht zijn voor bijen.
  • Bijen kunnen ziek worden van schimmels of parasieten.
  • Het klimaat verandert en dat maakt het moeilijker voor bijen om te overleven.

Gelukkig doen veel mensen iets om bijen te helpen. Bijvoorbeeld:

  • In tuinen en op balkons worden meer bloemen geplant waar bijen van houden.
  • Sommige boeren gebruiken minder gifstoffen.
  • Er worden ‘bijenhotels’ gemaakt: speciale plekken waar wilde bijen kunnen nestelen.
  • In veel landen zijn er regels gekomen om de bij te beschermen.

Iedereen kan iets doen om de bij te helpen, zelfs kinderen! Door bloemen te zaaien, geen gif te gebruiken en een bijenhotel te maken, help je de bij een handje.

Heeft de bij nog bijzondere eigenschappen?

Ja, de bij heeft een heleboel bijzondere eigenschappen. Ze is klein, maar kan heel veel. Hier zijn een paar dingen die de bij zo bijzonder maken:

  • Ze kan goed samenwerken. Bijen leven in een volk en werken perfect samen. Elke bij heeft een taak, zoals voedsel zoeken, de korf schoonhouden of de koningin verzorgen. Samen zorgen ze dat alles goed loopt.
  • Ze kan dansen om te praten. Een bij kan niet praten zoals wij, maar ze kan wel dansen! Als een bij een goede plek met bloemen heeft gevonden, doet ze in de korf een soort dans. Daarmee laat ze aan de andere bijen zien waar ze naartoe moeten vliegen.
  • Ze heeft een goed geheugen. Een bij onthoudt waar bloemen staan en kan de weg terugvinden naar de korf, zelfs als die ver weg is. Ze gebruikt daarbij de zon en herkenningspunten in het landschap.
  • Ze maakt honing. Niet elk insect kan dat. Bijen verzamelen nectar uit bloemen en maken daar in hun buik honing van. Die bewaren ze in raten in de korf als voedsel voor de winter.
  • Ze kan ruiken met haar voelsprieten. Aan haar kop zitten twee voelsprieten. Daarmee kan ze geuren opsporen, bijvoorbeeld van bloemen of van andere bijen.

De bij is dus niet alleen belangrijk, maar ook echt bijzonder. Hoe meer je over haar weet, hoe knapper ze eigenlijk is!