
Het schaap
Het Schaap
Hoe ziet een schaap er uit?
Schapen zijn middelgrote dieren met een dikke vacht van wol. Hun vacht beschermt hen tegen de kou, in het voorjaar wordt de wol geschoren.
Schapen hebben grote, hangende oren die vaak zwart of bruin zijn. De ogen van een schaap zijn anders dan de onze. Hun pupillen zijn namelijk ovaal, niet rond, en dat helpt ze om beter om zich heen te kijken.
Schapen hebben een staart, De lengte hangt af van hoe groot ze zijn, hoe groter het schaap des te langer de staart
Aan de poten heeft een schaap hoeven.

Wat voor geluid maakt een schaap?
Het geluid dat een schaap maakt heet blaten of mekkeren. Schapen maken dit geluid vooral als ze onrustig zijn. Als schapen zich lekker voelen maken ze bijna geen geluid. Maar als ze honger hebben, dorstig zijn of zich onrustig voelen zullen ze hard blaten.
Je kunt het aan de oren van een schaap zien hoe hij zich voelt. Als de oren naar voren wijzen, is het dier vaak nieuwsgierig of blij. Als de oren naar achteren wijzen, kan het schaap boos of bang zijn.

Op de boerderij
Mensen houden schapen voor verschillende dingen. Ze krijgen wol van de schapen, maar ook vlees, melk en mest. Schapen worden ook gebruikt voor het kort houden van gras op de dijken. Ze helpen dus om de natuur mooi en veilig te houden.
Jonge schapen, die lammetjes worden genoemd, blijven meestal ongeveer zes maanden bij hun moeder. Na deze tijd leren ze om zelf te eten en drinken en worden ze gescheiden van hun moeder om op eigen kracht verder te leven.
In Nederland worden lammetjes vaak geslacht als ze tussen de vier en twaalf maanden oud zijn. Er zijn regels voor hoe dit moet gebeuren, zodat het dier zo min mogelijk pijn heeft. Meestal wordt het dier eerst verdoofd voordat het geslacht wordt.
Waar komen schapen vandaan?
Schapen komen oorspronkelijk uit Azië. Mensen begonnen al bijna 10.000 jaar geleden schapen te houden. Ze gebruikten de wol voor kleding en dekens. Het schaap zelf ook voor het vlees en de melk.
Schapen leven het liefst buiten op een weiland, waar ze lekker kunnen grazen. Ze hebben ook een schuilplaats nodig, vooral in de zomer om hittestress te voorkomen en in de winter om warm en droog te blijven.
Schapen helpen ook om de grond op dijken vast te trappen, zodat er geen bomen of struiken groeien die de dijken kunnen beschadigen.
Enkele bijzondere eigenschappen
Schapen hebben een goed gehoor. Ze kunnen geluiden van ver horen en reageren daarop. Schapen kunnen niet zo goed zien als mensen, ze kunnen dingen pas goed zien op een afstand van ongeveer 50 meter.
Schapen kunnen redelijk snel rennen, wel 23 kilometer per uur. Dat is ongeveer 6,4 meter per seconde.
Een mannetjesschaap wordt een ram genoemd, een vrouwtjesschaap is een ooi. Een jong schaap noemen we een lammetje.
Schapen eten geen vlees, ze zijn herbivoren. Dit betekent dat ze alleen planten eten, zoals gras en andere planten die ze in de wei vinden. Schapen grazen het hele jaar door buiten.
