De Pauw

  • AFDRUKKEN
  • VERSTUREN

De Pauw

Hoe ziet de pauw er uit?

De pauw is een grote vogel met prachtige veren. Het mannetje is het opvallendst: hij heeft een felblauwe kop en hals, en een lange staart die eruitziet als een waaier. In die staart zitten veren met kleurrijke ogen, dit zijn geen echte ogen natuurlijk, zo noemen we de ronde tekening in de staart.  Hij spreidt zijn staart om indruk te maken op de vrouwtjes. Deze staart wordt ook wel de sleep genoemd en deze sleep verliest de pauwhaan in het najaar. Gedurende de winter groeit deze weer aan en in het voorjaar zal hij zijn veren weer kunnen opzetten.
Er zijn ook witte pauwen, al komen die niet zo vaak voor.
Het vrouwtje, de hen, is minder opvallend. Zij is vooral grijsbruin met een groene hals.
De pauw heeft geen haren, maar veren. Zijn oren zie je niet, het zijn kleine openingen verstopt onder de veren.

Wat voor geluid maakt een pauw?

Pauwen kunnen behoorlijk lawaai maken. Ze laten luide, kraaiende roepen horen, vooral om andere pauwen te waarschuwen of te roepen. Soms klinkt het zelfs een beetje als een kat die miauwt.
Er is weinig bekend over hoe je aan een pauw kunt zien hoe hij zich voelt. Maar als hij schrikt of boos is, zal hij vaak geluid maken of vluchten. En hij gebruikt zijn sleep om een vrouwtje te verleiden, maar ook zet hij zijn veren op als hij zich bedreigt voelt.

De pauw op de boerderij

Vroeger werd de pauw wel eens gegeten bij feesten als pronkgerecht. Maar tegenwoordig wordt de pauw vooral gehouden als sierlijke vogel, om naar te kijken.
Pauwen worden niet gehouden voor het vlees of de eieren. Ze zijn echte siervogels. Daarom worden ze zelden of nooit geslacht. Ze worden dus gehouden als sierdieren, bijvoorbeeld op boerderijen, in parken of op landgoederen. Overdag lopen ze graag rond op het erf of in het gras. ’s Nachts slapen ze in bomen.

Een pauw eet bijna alles. Het is een omnivoor. Hij eet insecten, hagedissen, kleine slangen, maar ook gras, zaden, fruit, wortels en groenten. Overdag loopt hij rond op zoek naar voedsel.

Enkele eigenschappen van de pauw

Een pauw legt haar eieren in een kuiltje op de grond. Na ongeveer een maand komen de kuikens uit. Ze kunnen al snel vliegen, soms al na een week. Als ze acht maanden oud zijn kunnen ze voor zichzelf zorgen. Pas als ze drie jaar oud zijn hebben ze hun volwassen verenkleed.

De blauwe pauw komt oorspronkelijk uit India en Sri Lanka. Er zijn ook andere soorten pauwen die uit Azië of Afrika komen. Al heel lang houden mensen pauwen vanwege hun mooie uiterlijk.

De pauw wordt in sommige landen op boerderijen gehouden om slangen aan te vallen en op te eten. Ze worden hier niet ziek van, hier is uitgebreid onderzoek naar gedaan op de universiteit van Leiden.

De mannetjes hebben die grote, opvallende staart met oog-vormige veren. Ze kunnen een stukje vliegen als dat nodig is, bijvoorbeeld om in een boom te slapen of bij gevaar.
Ze kunnen ook vrij goed horen.

Een mannetje heet een haan, een vrouwtje een hen en een jong noemen we een kuiken.