Spreekwoorden

Een spreekwoord heeft altijd de vorm van een mededelingszin (het is bijvoorbeeld geen vraag) met de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).

Het is een uitspraak met een algemene levenswijsheid, een bevestiging van de orde der dingen: zo gaat het nu eenmaal in de wereld.

Voorbeelden van spreekwoorden zijn: 'Na regen komt zonneschijn', 'Boontje komt om zijn loontje' en 'Oost west, thuis best.'

Zon
Na regen komt zonneschijn.
Betekenis: Na een periode van tegenslag, komt er een betere tijd.

Zuinig
Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen.
Door zuinig en ijverig te zijn, kan men veel bereiken.

Zwaluw
Eén zwaluw maakt nog geen lente (zomer)
Oordeel niet te vlug; één aanwijzing is onvoldoende voor een (definitief) besluit.

Zwijgen
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Het is soms goed om ergens niet over te praten.
Of: Het is heel waardevol om iets geheim te kunnen houden.