Spreekwoord A

  • AFDRUKKEN
  • VERSTUREN

Spreekwoorden

Een spreekwoord heeft altijd de vorm van een mededelingszin (het is bijvoorbeeld geen vraag) met de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).

Het is een uitspraak met een algemene levenswijsheid, een bevestiging van de orde der dingen: zo gaat het nu eenmaal in de wereld.

Voorbeelden van spreekwoorden zijn: 'Na regen komt zonneschijn', 'Boontje komt om zijn loontje' en 'Oost west, thuis best.'

Aanhouder
De aanhouder wint.
Wie blijft proberen zijn doel te bereiken, heeft uiteindelijk succes. je moet volhouden.

Aanval
De aanval is de beste verdediging.
Je kunt in een strijd of ruzie beter zelf actie ondernemen dan afwachten.

AapAl draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.
Wie zich mooi aankleedt wordt daarmee zelf nog niet mooi.
Of: Wie zich kleedt als iemand van aanzien wordt daarmee nog niet aanzienlijk.
Of: Fraaie kleding en sieraden maken een lelijk mens niet mooi.

Als apen hoger klimmen willen, ziet men gauw hun blote billen.
Iemand die meer wil dan hij kan, maakt zich snel belachelijk.

Angst
Angst is een slechte raadgever.
Laat je niet leiden door angst.
Emoties zijn gevaarlijk.

AppelDe appel valt niet ver van de boom/stam.
Kinderen aarden meestal naar hun ouders.

April
April doet wat ie wil.
Het weer in april is niet te voorspellen.

Aprilletje zoet, heeft nog wel eens een witte hoed.
In het begin (de hoed) van april kan het nog wel eens sneeuwen.

Anker
Om de kracht van het anker te voelen, moet men de storm trotseren.
Pas als men iets ernstig meemaakt, weet men op wie men kan vertrouwen.

Arbeid
Arbeid adelt.
Met werken kom je vooruit.