
Mexico
Mexico
Mexico-Stad is de hoofdstad van Mexico en ook het politieke en culturele hart van het land. Het is geen deel van een van de 31 staten, maar een aparte stad met een speciale status. Mexico-Stad is de grootste stad van het land en speelt een belangrijke rol op het gebied van politiek, cultuur, onderwijs en geldzaken.
Mexico is een republiek. Dat betekent dat er geen koning of keizer is, maar een president. De grondwet uit 1917 bepaalt hoe het land bestuurd wordt. De president wordt gekozen voor één periode van zes jaar en kan daarna niet nog een keer meedoen. Hij heeft veel macht: hij mag ministers benoemen, maar ook gouverneurs ontslaan. Het parlement bestaat uit twee delen: de Senaat en de Kamer van Afgevaardigden. Samen maken zij de wetten. In Mexico-Stad werd de burgemeester lange tijd aangewezen door de president, maar sinds 1997 mogen de inwoners zelf hun burgemeester kiezen.
De officiële taal van Mexico is Spaans. Toch spreken veel mensen ook een van de 68 inheemse talen die het land rijk is. De bekendste daarvan is Nahuatl, de taal van de Azteken. In toeristische gebieden hoor je soms Engels, maar de meeste mensen spreken alleen Spaans.

Het grootste deel van de Mexicanen is rooms-katholiek, al is dat tegenwoordig iets minder dan vroeger: ongeveer 80 procent. Vaak zijn er invloeden uit oude indigious geloven vermengd met het christendom. Een goed voorbeeld is de verering van de Maagd van Guadalupe, die voor veel mensen tegelijk de rol van een oude godin vervult.
Mexico heeft heel verschillende klimaten. In het noorden vind je woestijnen en steppegebieden, waar het droog en heet is. In het midden van het land, op de hoogvlakten, kan het in de winter best koud worden en in de zomer juist erg warm. Het zuiden is tropisch, met veel regenwoud en hoge temperaturen. De hoogte speelt ook een grote rol: hoe hoger je komt, hoe koeler het wordt. Mexico heeft ook vulkanen, waarvan sommige nog actief zijn. Popocatépetl, de “rokende berg” bij Mexico-Stad, barst regelmatig uit. De hoogste berg van Mexico is de Pico de Orizaba, die wel 5650 meter hoog is.
Het land is groot: bijna 2 miljoen vierkante kilometer, dat is 47 keer zo groot als Nederland. Mexico heeft bergen, vulkanen, woestijnen, regenwouden en lange kusten met stranden. Er stromen ook veel rivieren, zoals de Río Bravo (ook wel Rio Grande genoemd), de Lerma en de Grijalva.
De natuur is rijk en heel gevarieerd. Er groeien tropische bomen, cactussen en maïs, dat al eeuwen een belangrijk voedselgewas is. In de bergen vind je dennenbossen en in het zuiden tropisch regenwoud. Ook leven er bijzondere dieren, zoals de jaguar, de ocelot, de vaquita (een heel zeldzame bruinvis), papegaaien en zeeschildpadden.
De munteenheid van Mexico is de peso. Eén peso bestaat uit honderd centavos.
Eten speelt een belangrijke rol in de Mexicaanse cultuur. Veel gerechten worden gemaakt met maïs, zoals tortilla’s en taco’s. Chilipepers worden vaak gebruikt om het eten pittig te maken. Bekend zijn ook gerechten met bonen en chocolade. Soms worden er zelfs insecten gegeten, zoals sprinkhanen. Ook drankjes zoals tequila en mezcal komen uit Mexico.
Tradities zijn belangrijk voor Mexicanen. De bekendste viering is de Día de los Muertos, de Dag van de Doden, op 1 en 2 november. Families zetten dan kleurrijke altaren neer voor hun overleden familieleden, met bloemen, kaarsen en eten. Ook onafhankelijkheidsdag, op 16 september, wordt groots gevierd met optochten en vuurwerk.
Mexico kent veel bijzondere plekken. Zo kun je met de trein El Chepe door de Copper Canyon reizen, een spectaculair gebied met diepe kloven en bergen. In de stad Puebla zie je vrolijk gekleurde huizen en oude kerken. En natuurlijk is er Mexico-Stad zelf, waar je op het centrale plein, de Zócalo, indrukwekkende gebouwen uit het koloniale tijdperk vindt.
Mexico ligt in Noord-Amerika en hoort bij Latijns-Amerika.

