De Lente
De Lente begint
De lente is één van de vier seizoenen. De sterrenkundige lente begint op 20 maart en soms op 21 maart en eindigt 21 juni. De weerkundige lente begint al op 1 maart! Het woord lente is afgeleid van het woord ‘lengen’.Dit betekent langer worden. In het voorjaar lengen de dagen. Als de zon boven loodrecht boven de evenaar staat, dan begint bij ons de lente. In de lente en zomer staat het bovenste deel , het noordelijk halfrond, naar de zon toe gekanteld. In de andere maanden is het onderste deel van de aarde, het zuidelijk halfrond naar de zon toe gekanteld. De lente komt na de winter en wordt gevolgd door de zomer. Het zonlicht wordt ook sterker. De kans op vorst wordt minder.
De natuur
Kenmerkend voor de lente is dat de bomen veel meer blad hebben. Planten en bomen hebben namelijk licht nodig om te groeien. De planten en landbouwgewassen beginnen in de lente te groeien. Je ziet veel knol- en bolgewassen.
De dieren beginnen met nestelen. Trekvogels gaan noordwaarts door de hogere temperaturen. Bij zoogdieren worden de jongeren vroeg in de lente geboren. Dieren die in de winter een winterslaap hebben gehouden, worden in de lente wakker. De natuur biedt in de lente namelijk voldoende voedsel om aan te sterken.
De lente voor de mensen
Mensen worden vrolijker in de lente. Dit komt door de aanmaak van serotonine en dopamine. Deze stofjes zorgen voor een vrolijk en opgewekt gevoel, vooral bij mensen die veel buiten zijn. Echter heeft de lente ook nadelen voor mensen die last krijgen van hooikoorts. Kenmerkend zijn de rode ogen, jeuk, hoesten, snotteren en niezen. Dit komt door de pollen in de lucht afkomstig van gras, planten en bomen. Sommige mensen houden ook een soort van voorjaarschoonmaak in het voorjaar. De lente staat symbool voor de vruchtbaarheid en voedselproductie.