Spreekwoord H

  • AFDRUKKEN
  • VERSTUREN

Spreekwoorden

Een spreekwoord heeft altijd de vorm van een mededelingszin (het is bijvoorbeeld geen vraag) met de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).

Het is een uitspraak met een algemene levenswijsheid, een bevestiging van de orde der dingen: zo gaat het nu eenmaal in de wereld.

Voorbeelden van spreekwoorden zijn: 'Na regen komt zonneschijn', 'Boontje komt om zijn loontje' en 'Oost west, thuis best.'

Haard

Eigen haard is goud waard.
Een eigen woonplek is veel waard.

Half
Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.
Het is beter iets halverwege af te breken, als het een verkeerde onderneming blijkt te zijn. Of: Als iemand een misstap heeft begaan, is het beter als hij het niet doorzet.

Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig.
Een opmerkzame luisteraar kan een onduidelijke of onvolledige mededeling toch wel begrijpen.

Hand
Als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon.
Elkaar helpen geeft beiden voordeel.

Vele handen maken licht werk.
Een grote klus is met meer mensen sneller geklaard.

Een kinderhand is gauw gevuld.
Met een kleinigheid tevreden zijn.

Je bijt niet in de hand die je voedt.
Je maakt geen ruzie met mensen waar je afhankelijk van bent.

Hart
Waar het hart vol van is, stroomt of loopt de mond van over.
Waar men heel erg mee bezig is, daar wil men over praten.

Uit het oog, uit het hart.
De aandacht voor iemand verliezen, als die persoon niet meer in de nabijheid is.

Heelmeester
Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
Nadruk op een zachte remedie lost het probleem niet op.

Hemd
Het hemd is nader dan de rok.
Als er keuzes gemaakt moeten worden gaan de eigen belangen of die van naaste familieleden voor die van anderen.

Het laatste hemd heeft geen zakken; ook een doodshemd heeft geen zakken.
Als je dood bent heb je niets meer aan al je bezittingen of rijkdom.

Hoed
Met de hoed in de hand komt men door het ganse land.
Met beleefdheid kun je veel bereiken.

Die het grootste hoofd heeft, moet de grootste hoed hebben.
Iemand die het recht heeft op het grootste deel, moet dat ook krijgen.

Hond
Wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok.
Als je kritiek wil hebben op iemand, vind je altijd wel een reden.

Men moet geen slapende honden wakker maken.
Zwijgen over iets, om te voorkomen dat een autoriteit op het idee komt om er werk van te maken.

Blaffende honden bijten niet.
Als iemand zich dreigend voordoet, hoeft dat nog niet per se te betekenen dat diegene zijn dreiging ook daadwerkelijk zal gaan waarmaken.

Wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen.
Als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt.

Met onwillige honden is het kwaad hazen vangen.
Als iemand niet wil heb je er weinig aan.

Wie met honden omgaat, krijgt vlooien.
Wie in slecht gezelschap verkeert, neemt slechte gewoonten over.

Als honden konden bidden zou het kluiven regenen.
"Als" is een niet ter zake doende opmerking.

Honger
Honger maakt rauwe bonen zoet.
Ook: Honger is de beste saus.
Als men honger heeft, is men niet kieskeurig; dan smaakt alles lekker.

Honger is een scherp zwaard.
Honger maakt van goede mensen misdadigers.

Honing
Voor honing danst de beer.
Voor wat hoort wat.

Hoogmoed
Hoogmoed komt vóór de val.
Wie een hoge dunk heeft van zijn eigen kwaliteiten gaat ten onder.

Hout
Alle hout is nog geen timmerhout.
Niet iedereen heeft hetzelfde talent voor een bepaalde activiteit.

Van dik hout zaagt men planken.
Voortvarend maar niet al te nauwkeurig te werk gaan.

Huis
Ieder huisje heeft zijn kruisje.
In ieder gezin mankeert wel iets.