Gezegden M

  • AFDRUKKEN
  • VERSTUREN

Gezegden:

- Een gezegde is een groep woorden die gezamelijk één betekenis hebben.

- meestal kan die betekenis niet uit de afzonderlijke woorden worden afgeleid.

- de zin moet in zijn geheel worden begrepen.

Gezegde: Iemand iets in de maag splitsen.
Betekenis: Een verkoper die net zolang blijft zeu ren tot je het toch koopt terwijl je dat niet wil.

Gezegde: Met iets in de maag zitten.
Betekenis: Een probleem hebben.

Gezegde: Loop naar de maan!
Betekenis: Ga weg!

Gezegde: Een blauwe maandag.
Betekenis: Een extreem korte periode
(bijvoorbeeld ergens gewoond hebben of in dienst geweest zijn)

Gezegde: De maat is vol.
Betekenis: Het wordt niet langer getolereerd.

Gezegde: Geen maat weten te houden.
Betekenis: Onbeheerst doorgaan waarmee ben begonnen is.

Gezegde: Ergens niet om malen.
Betekenis: Iets onbelangrijk vinden.

Gezegde: Zijn mannetje staan.
Betekenis: Op ferme wijze een taak vervullen. Kan ook gezegd worden van vrouwen.

Gezegde: Door de mand vallen.
Betekenis: Van een lager niveau blijken te zijn dan de buitenwereld tot dan toe had gedacht.

Gezegde: De rotte appels uit de mand halen.
Betekenis: De minder getalenteerde personen wegsturen, de
minder goede dingen sorteren van de goede dingen.

Gezegde: Hij is van alle markten thuis.
Betekenis: Hij/zij heeft overal verstand van.

Gezegde: Als een warm mes door de boter.
Betekenis: Erg gemakkelijk of geleidelijk.

Gezegde: Het mes snijdt aan twee kanten.
Betekenis: Nederland: Het levert dubbel voordeel op.

Gezegde: Iemand het mes op de keel zetten.
Betekenis: Iemand tot iets dwingen.

Gezegde: Met het mes tussen de tanden.
Betekenis: Tot alles bereid.

Gezegde: Korte metten maken (met...).
Betekenis: Snel en grondig een einde aan iets maken.

Gezegde: Een grote mond hebben of opzetten.
Betekenis: Brutaal zijn.

Gezegde: De mond snoeren.
Betekenis: Tot zwijgen brengen.

Gezegde: De mond voorbijpraten.
Betekenis: Per ongeluk en geheim verraden.

Gezegde: Ergens de mond van vol hebben.
Betekenis: Bijna onafgebroken over een onderwerp of gebeurtenis praten

Gezegde: Iemand de woorden uit de mond halen.
Betekenis: Als in "je haalt me de woorden uit de mond".Je zegt precies wat ik denk.

Gezegde: Met de mond vol tanden staan.
Betekenis: Niet weten wat te zeggen.

Gezegde: Niet op de mond gevallen zijn.
Betekenis: Als in: "Zij/Hij is niet op haar/zijn mondje gevallen." Zij/Hij is goed in staat om zich met woorden te verdedigen. Zij/Hij praat veel.

Gezegde: Dat komt als mosterd na de maaltijd.
Betekenis: Dat komt op een moment dat het geen nut meer heeft.

Gezegde: Iemand iets op de mouw spelden.
Betekenis: Iemand een onwaarheid aanpraten.

Gezegde: Iets uit zijn mouw schudden.
Betekenis: Nonchalant iets verzinnen, improviseren.

Gezegde: Van een mug een olifant maken.
Betekenis: Iets veel groter/erger maken dan dat het uiteindelijk is.

Gezegde: Met een kanon op een mug schieten.
Betekenis: Overdreven zware maatregelen nemen.

Gezegde: Een echte huismus.
Betekenis: Iemand die het thuis naar zijn zin heeft, geen uitgaanstype.

Gezegde: De muren hebben oren.
Betekenis: Je weet niet wie er meeluistert.

Gezegde: Een muurbloempje zijn.
Betekenis: Stil en teruggetrokken zijn.

Gezegde: Met de rug tegen de muur staan.
Betekenis: Geen mogelijkheid meer zien om een probleem op te lossen.